|
||||||||
Bassist/componist Henri Texier (Parijs, 1945) behoort tot de nestors van de Franse jazz. Zijn carrière begon in de jaren ’60 toen hij in de Parijse jazzclubs beroemde Amerikaanse jazzmusici zoals Bud Powell, Johnny Griffin, Don Cherry, Bill Coleman e.v.a. begeleidde. Inmiddels is hij zelf een beroemdheid, behalve bassist is hij ook Multi-instrumentalist, zanger, componist en orkestleider. In de jaren ’70 begon hij met het opnemen van albums o.a. met Joachim Kühn en Didier Lockwood, in de jaren ’80 vormde hij een band die jazz, pop en wereldmuziek in zich verenigde. Met saxofonist/ klarinettist Louis Sclavis en drummer Aldo Romano vormde hij in de jaren ’90 een ijzersterk trio dat enkele klassieke albums uitbracht. “Chance” is inmiddels zijn 38ste album, de bezetting is hetzelfde als op “Sand Woman”uit 2018 met zijn zoon Sébastien Texier op altsax, klarinet en altklarinet, Vincent Lê Quang op tenor- en sopraansax, Manu Codjia op el. gitaar, Gautier Garrigue op drums en Henri natuurlijk op de contrabas. Vier van de acht nummers zijn van de hand van Henri, Sébastien, Vincent en Gautier schreven er ieder een. Een paar titels behoeven een nadere uitleg, zo is het openingsnummer “Cinecitta”een eerbetoon aan de Italiaanse films uit de jaren “60 en ’70. “Pina B.”verwijst naar Pina Bausch (1940-2009), ze was een Duitse danseres, choreograaf en directeur van het danstheater in Wuppertal dat inmiddels naar haar is vernoemd. “Simone et Robert” gaat over Simone Veil en Robert Badinter, Simone overleefde Auschwitz-Birkenau en als Franse minister van gezondheid initieerde zij de abortuswetgeving in 1975, Robert Badinter (1928) is een Franse advocaat, professor, essayist en politicus, hij is vooral bekend als voorzitter van de staatsraad die vecht voor de re-integratie van gedetineerden en tegen de doodstraf die mede dankzij hem werd afgeschaft in 1981. “Laniakea” is de naam van een zeer grote supercluster waarvan het melkwegstelsel deel uitmaakt, ontdekt in 2014. “Cinecitta”begint met fraaie basklanken van Henri waarna junior invalt op de klarinet onder donker tromgeroffel, meteen is al de bijzondere klankkleur van dit album getroffen, loepzuivere bastonen die overduidelijk aanwezig zijn en jubelende klarinettonen, knorrende saxofoon geluiden en een gierende el. gitaar, dat alles gemixt tot een uitermate smaakbaar geheel. “Jungle Jig” heeft een straf ritme van bas en drums waar de blazers omheen dwarrelen, het swingt als een sneltrein. Gas terug in het gevoelvolle “Simone et Robert” met fraai ingetogen gitaarspel dat doet denken aan Frisell, de altklarinet zorgt met zijn donkere tonen voor een omfloerste sfeer, een passend eerbetoon aan deze bijzondere mensen. “PIna B.” is zeer toepasselijk een vrolijk nummer waarop prima gedanst kan worden, ijzersterk spel van Sébastien op klarinet. Spookachtige, ruimtelijke (!) geluiden in “Laniakea”, wonderschoon als het uitzicht op een heldere sterrenhemel. In “Standing Horse” is het aan Henri zelf met een gloedvolle bassolo, knap. Het loopt naadloos over in het titelnummer “Chance” dat weer alle ingrediënten bevat die deze muziek zo bijzonder maakt, een strak ritme waarop de blazers en de gitaar alle ruimte krijgen om loos te gaan, slagwerker Gautier krijgt hier tevens de kans om te laten horen dat ook hij van grote klasse is. Een fraai einde van een prachtig album. Jan van Leersum
|
||||||||
|
||||||||